donderdag 30 september 2010

EMG (elektro-myo-gram)

Morgen, 1 oktober 2010 heb ik een afspraak voor een EMG, afdeling Klinische Neurofysiologie in het VUmc.

Wat is een EMG?

Een EMG (spieronderzoek) en/of zenuwgeleidingsonderzoek is een klinisch neurofysiologisch onderzoek. Deze tekst geeft u informatie over wat dit onderzoek ongeveer inhoudt. De procedure kan van ziekenhuis tot ziekenhuis enigszins verschillen, meestal kunt u in uw eigen ziekenhuis een informatiefolder verkrijgen.

Doel van het onderzoek

Het doel van een EMG (de afkorting betekent elektromyogram) en/of zenuwgeleidingsonderzoek is het verkrijgen van informatie over de functie van zenuwen en spieren. Het onderzoek is dan ook bedoeld voor mensen met klachten die iets te maken (kunnen) hebben met de werking van de zenuwen of spieren.

Voorbereiding

Om een goede elektrische geleiding via de huid te verkrijgen, is het van belang dat u voor het onderzoek de huid niet met crème, zalf of lotion heeft ingesmeerd. Het onderzoek kan negatief worden beïnvloed als uw armen of benen erg koud zijn. Om die reden is het verstandig om 10 minuten voor het onderzoek aanwezig te zijn, zodat uw ledematen wat kunnen opwarmen. Soms zullen de onderzoekers de armen of benen ter voorbereiding opwarmen met behulp van warm water en/of warmtematrassen.

Het onderzoek

Het onderzoek wordt verricht door een neuroloog-klinisch neurofysioloog en/of een speciaal opgeleide laborant, die u eerst de procedure nog eens zal uitleggen. Het onderzoek kan bestaan uit alleen EMG (spier)-onderzoek, alleen zenuwgeleidingsonderzoek of een combinatie hiervan.

Het onderzoek duurt ongeveer 15 tot 45 minuten, afhankelijk van het aantal zenuwen en/of spieren dat onderzocht moet worden. De afdeling Klinische Neurofysiologie kan u hierover informeren.

Het zenuwgeleidingsonderzoek

Om de zenuwgeleiding te meten, worden er verbindingen aangebracht tussen de huid en het EMG-apparaat. Dit gebeurt door middel van kleine metalen plaatjes (elektroden en/of ringelektroden) die de elektrische signalen van de zenuwen en de spieren kunnen opvangen.

Om de zenuw te prikkelen, worden vervolgens op enkele plaatsen bij de zenuw elektrische schokjes gegeven. Dit kan een vervelend gevoel zijn.

Het spieronderzoek (EMG)

Om de activiteit van de spieren te onderzoeken, wordt gebruik gemaakt van een zeer dunne elektrode, waarmee de spier wordt aangeprikt. Dit kan wat gevoelig zijn. Op aanwijzingen van
de arts moet u de spier aanspannen of juist ontspannen. Bij dit onderzoek wordt de elektrische activiteit van de spier zowel in geluid omgezet als op beeld weergegeven.

Na het onderzoek

Na afloop verwijdert de arts of laborant de elektroden. U kunt na het onderzoek op eigen gelegenheid naar huis gaan en uw normale bezigheden hervatten.

Beoordeling en uitslag

De neuroloog beoordeelt het onderzoek en bespreekt met u de uitslag tijdens uw vervolgafspraak op de polikliniek, of stuurt de uitslag naar de aanvragend specialist. Soms is het nodig het EMG-onderzoek te herhalen met speciale voorbereiding of speciale elektroden. De (aanvragend) specialist zal dit altijd eerst met u bespreken.

Bron: Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN)


  • EMG - onderzoek (Elektro-Myo-Grafie)


  • zaterdag 18 september 2010

    Wat is Polyneuropathie?

    Polyneuropathie is een aandoening van de uiteinden van de zenuwen in armen en benen (perifeer zenuwstelsel). De verschijnselen van polyneuropathie bestaan uit gevoelsstoornissen en / of krachtvermindering, die in de regel symmetrisch en meer aan de benen dan aan de armen aanwezig zijn. Meestal beginnen de verschijnselen in de tenen of voeten.

    Klachten en verschijnselen van gevoelsstoornissen zijn:
    • Doof of slapend gevoel, prikkelend of tintelend gevoel, veranderd gevoel, gevoel op watten te lopen, strak of gespannen gevoel., onzeker gevoel bij het lopen of staan wat toeneemt in het donker of bij het sluiten van de ogen.
    • Pijnklachten zoals een brandend gevoel, pijnscheuten of stekende pijn kunnen veel hinder bezorgen.
    • Vaker struikelen over kleine voorwerpen op de grond of bij oneffenheden, onzeker gevoel bij staan of lopen, wat toeneemt in het donker of het sluiten van de ogen en waardoor steun gezocht moet worden bijvoorbeeld bij het douchen.

    Klachten en verschijnselen van een gestoorde motoriek zijn:
    • Atrofie van de spieren. Atrofie wil zeggen dat de spieren verdwijnen waardoor de armen en benen dunner worden.
    • Zwakte van de spieren. De spierzwakte meestal aan de voeten. Patiënten kunnen daardoor de voeten niet goed meer optillen en niet op de hakken lopen. De voeten moeten hoger opgetild worden, waardoor het lopen moeilijker gaat. Bij het lopen ploffen de voeten neer op de grond en dit wordt ook wel 'klapvoeten' genoemd.
    • De kracht in de handen kan minder worden. Hierdoor krijgen patiënten bijvoorbeeld problemen met het schrijven of knoopjes dichtdoen.

    Snelheid van ontstaan van polyneuropathie

    Bij de meeste polyneuropathiëen ontstaan de verschijnselen langzaam in maanden. Snel beginnende (acute) en ernstig verlopende vormen van polyneuropathie komen ook voor, maar deze zijn zeldzamer. Een voorbeeld hiervan is het Guillain-Barré syndroom (GBS), waarbij het hoogtepunt van de gevoelsstoornissen en de zwakte in de spieren binnen 4 weken ontstaat. Een andere snel verlopende vorm polyneuropathie is CIDP (zie onderzoek).

    Oorzaken van polyneuropathie

    Er zijn heel veel verschillende oorzaken voor een polyneuropathie, waarvan suikerziekte, overmatig alcoholgebruik, behandeling met bepaalde medicijnen (met name sommige vormen van chemotherapie), chronische nierziekten of –dialyse, vitaminegebrek en te traag werkende schildklier het meest voorkomen. Het vaststellen van de oorzaak van polyneuropathie is belangrijk, omdat door tijdige behandeling van de onderliggende oorzaak de verschijnselen van de polyneuropathie zoveel mogelijk beperkt blijven en voor een deel omkeerbaar kunnen zijn.

    Onderzoek

    Laboratorium onderzoek bij polyneuropathie
    Als de diagnose polyneuropathie is gesteld en er geen aanwijzingen zijn voor een bekende oorzaak, zal bloedonderzoek worden verricht om een eventuele oorzaak op te sporen. Het bloedonderzoek bestaat veelal uit een aantal bepalingen waarvan de belangrijkste zijn: glucose, nier- en leverfunctie, schildklierhormoon, vitaminen, bloedbeeld, bezinking, M-proteine. Afhankelijk van karakteristieke verschijnselen van de polyneuropathie kan soms uitgebreider bloedonderzoek verricht worden naar zeldzamere oorzaken.

    Klinisch neurofysiologisch onderzoek bij polyneuropathie (EMG)
    De diagnose polyneuropathie kan op grond van de verschijnselen worden gesteld, maar wordt in het algemeen ook bevestigd door het meten van de zenuwgeleidingsfunctie: het zogenaamde klinisch neurofysiologisch onderzoek of EMG. Bij dit onderzoek worden zenuwen op elektrische wijze gestimuleerd en de respons van de zenuw op deze stimulatie kan vervolgens worden gemeten. Dikwijls wordt ook de spieractiviteit gemeten door het aanprikken van spieren. Doel van het EMG is niet alleen de diagnose polyneuropathie te bevestigen, maar ook om een indruk te krijgen van welke zenuwen aangedaan zijn en om onderscheid te maken tussen axonale polyneuropathie of demyeliniserende polyneuropathie. Bij een axonale polyneuropathie is er een verminderde functie van de zenuwvezels (de ‘axonen’); bij een demyeliniserende polyneuropathie is er een verminderde functie van de geleidingslaag rondom de zenuwvezels (het ‘myeline’). Dit onderscheid is van belang, omdat axonale of demyeliniserende polyneuropathieën andere oorzaken hebben en ook andere behandelingsmogelijkheden.

    Behandeling

    De behandeling van polyneuropathie hangt af van de onderliggende oorzaak, maar voor de meeste polyneuropathieën is het bestrijden van de symptomen en het leren omgaan met de beperkingen belangrijk en hiervoor kan verwijzing naar een revalidatie-arts aangewezen zijn. Voor een aantal ontstekingsachtige vormen van polyneuropathie, zoals bijvoorbeeld GBS of CIDP, is behandeling mogelijk met medicijnen gericht op de ontstekingsreactie.

    Bron: UMC Utrecht


    Meer informatie over (poly)neuropathie:


    vrijdag 17 september 2010

    Neurologie - VUmc

    Vandaag 17 september 2010 heb ik een afspraak voor een onderzoek bij de neuroloog dr. Marieke Visser, op de polikliniek Neurologie van het VUmc in Amsterdam.
    De aanleiding is dat ik een tijdje geleden merkte dat ik niet meer op mijn tenen kon staan, ook vaak vallen doordat ik uit evenwicht raakt, een vreemd gevoel onder mijn voeten en gevoelloze tenen.

    ---

    De uitkomst van het onderzoek is Polyneuropathie en in mijn geval al in een vrij ernstig stadium wat mijn voeten betreft. Mijn handen zijn gelukkig nog goed. De komende tijd zal er verder onderzoek worden gedaan naar de oorzaak, te beginnen vandaag met bloedprikken en op 1 oktober met een EMG (elektro-myo-gram).

    Het was wel even schrikken en bij thuiskomst ben ik meteen gaan zoeken op internet wat deze ziekte precies inhoud. Het is een ongeneselijke ziekte die nauwelijks te behandelen is als men de onderliggende oorzaak niet weet. Ik heb besloten om vandaag deze blog te maken om zo verslag te doen van alle ontwikkelingen in de toekomst.