dinsdag 23 juni 2020

Wat is pijn?

​​Iedereen heeft wel eens pijn. Het is een onaangenaam tot ondraaglijk gevoel. Het kan zeurend, krampend, kloppend en stekend zijn.

Ontstaan pijn
Pijn ontstaat vaak als het lichaam ‘beschadigd’ wordt, bijvoorbeeld door een val of een klap. Daarnaast kan iemand onder meer pijn krijgen als hij een ontsteking in het lichaam heeft, of bij beknelling of overbelasting. Pijn voel je meestal waar het lichaam beschadigd is. Pijn kan ook worden veroorzaakt door druk of schade aan het zenuwstelsel.

Hoeveel pijn je voelt, is niet alleen afhankelijk van hoe erg je lichaam beschadigd is. Als je moe bent, ervaar je bijvoorbeeld meer pijn dan als je fit bent. Soms heeft iemand fysieke pijn zonder dat er iets fysiek mis is. En bij spanning en stress kun je ook fysieke pijn voelen.​

Sensoren en zenuwstelsel
Sensoren zijn zenuweinden die zijn verbonden met het ruggenmerg. Deze sensoren zitten in het hele lichaam. Ze sturen via het zenuwstelsel ‘berichten’ naar de hersens. Onderweg komen deze signalen langs schakelstations, die ze zwakker en sterker kunnen maken, maar ook kunnen tegenhouden. Als je iets aanraakt dat heet is, sturen de sensoren in de hand via de schakelstations in het ruggenmerg een waarschuwing naar de hersenen. De hersenen zorgen voor dat er een pijngevoel ontstaat, waardoor je je hand terugtrekt.

Acute en chronische pijn
Er zijn 2 soorten pijn: acute en chronische. Acute pijn heeft vaak een aanwijsbare oorzaak: het is beschadigd. Dat kan bijvoorbeeld bij een verbranding of na door een operatie zijn. Deze pijn gaat relatief snel over.

Chronische pijn houdt langer aan: minstens 3 tot 6 maanden. Bij chronische pijn is er vaak geen schade meer aan het lijf. Dan heeft pijn dus geen ‘waarschuwingsfunctie’ meer en is dus nutteloos. We hebben het ook over chronische pijn als de pijn lang duurt en er geen duidelijke oorzaak is. En bij langdurige zenuwpijn.

Nociceptieve en neuropathische pijn
Pijn kan ook op een andere manier ingedeeld worden: in nociceptieve en neuropathische pijn. Nociceptieve pijn heet ook wel weefselpijn of ‘gewone’ pijn. Nociceptieve pijn ontstaat door schade aan de huid of een spier, bot gewricht of orgaan. Dit kan een ontsteking, wond of kneuzing zijn. Het gaat vaak samen met zwellingen, ontstekingen en koorts en voelt dof, scherp, kloppend of stekend. Deze pijn is vaak een waarschuwing om meer schade te voorkomen en gaat over als het probleem voorbij is. Het is vaak acute pijn, maar kan ook overgaan in chronische pijn.

Neuropathische pijn heet ook wel zenuwpijn of neuralgie. Deze pijn wordt veroorzaakt door een beschadiging van het zenuwstelsel, bijvoorbeeld door een tumor. Er kan éen zenuw beschadigd zijn, maar ook een bundel, het hele ruggenmerg of de hersenen. Hierdoor ontstaan pijnprikkels die geen functie hebben. Die zorgen voor plotselinge aanvalsgewijze, brandende pijn, tintelingen en extra gevoeligheid voor aanrakingen. Neuropathische pijn is bijna altijd chronisch. De pijn kan weken tot jaren blijven. De pijn is vaak moeilijk te behandelen.

Kwaliteit van leven
Pijn kan de kwaliteit van uw leven erg beïnvloeden. Continue pijn leidt vaak tot slaapproblemen en chronische vermoeidheid. De emotionele gevolgen van pijn kunnen zich uiten in stemmingsverandering, neerslachtigheid en zelfs depressiviteit. Zeker is dat matige tot ernstige pijn de kwaliteit van leven aantast. Niet alleen voor u, maar ook voor uw naasten heeft pijn gevolgen. Gevoelens van machteloosheid kunnen voor anderen aanleiding zijn om u te mijden. Vaak gebeurt dit onbewust.​

Gerelateerde informatie
Patiëntenorganisatie Stichting Pijn-Hoop

Bron: UMCG